Het eiland Walcheren was van groot strategisch belang tijdens de oorlog. Dit had te maken met de Westerschelde, die de toegangsweg vormde naar de havenstad Antwerpen. De Geallieerden hadden in het najaar van 1944 Antwerpen al veroverd, maar konden geen gebruik maken van de haven, omdat de Duitsers de toegangsweg nog in handen hadden en alle passerende boten tot zinken konden brengen. De Geallieerden hadden veel problemen met de bevoorrading en Antwerpen vormde daarvoor de oplossing. Walcheren moest dus zo snel mogelijk in Geallieerde handen komen. Hiervoor werd een militaire operatie uitgevoerd, de slag om de Schelde. Deze eiste vele slachtoffers aan beide zijden. Dat Walcheren door de Duitsers goed bewaakt werd, is in het landschap nog steeds te zien aan de vele bunkers, die ook in de omgeving van Arnemuiden te vinden zijn. Een speciale plaats in de oorlogsgeschiedenis van Arnemuiden neemt de Slag om de Sloedam in. Deze dam was in die tijd smal en vormde de toegang tot het eiland Walcheren vanuit Zuid-Beveland. De Canadezen deden eind oktober 1944 een wanhopige poging om de dam over te steken en leden daarbij veel verliezen. Uiteindelijk werd de dam overgestoken door Schotse troepen en werd Arnemuiden begin november 1944 bevrijd. Het totale aantal doden aan Geallieerde en Duitse zijde bij de Slag om de Sloedam komt op 127 soldaten. De monumenten op de Sloedam herinneren aan de offers die de Geallieerden hebben gebracht.
De Slag om de Sloedam wordt jaarlijks herdacht bij het monument op de Sloedam. Er staan 3 monumenten op de herdenk plaats. Eén voor de Canadese slachtoffers, één voor de Schotse en een groot monument voor Franse slachtoffers uit gevechten aan het begin van de oorlog in 1940.
